dinsdag 30 november 2010
Paard
Goed voor een G, wat dus staat voor een goed. In ieder geval, dit was mijn huiswerk. Had volgens Rinke(leraar) het wit om het dier wat netter mogen doen. Ik vind het zo prima.
maandag 29 november 2010
Stage dag 4
Tijdens het derde uur heeft de lwoo klas tekenen, de meesten kunnen al beginnen met het tekenen op linoleum. Vrijwel iedereen, op aantal slaapkoppen uitgezonderd, heeft een mooie tekening gemaakt, behalve een meisje Lisa, Lisa heeft kennelijk al meerdere keren haar foto gemaild naar Dana. Ik geloof er geen hol meer van. Wel heel zonde ze loopt hierdoor onwijs achter. Het jammere eraan is dat je er nu niets meer aan kan doen, andere leerlingen hebben zich gewoon laten fotograferen door Dana waarna deze gelijk uitgeprint werden. Maar deze dame wou zich niet laten fotograferen. Wel een goed leermoment, de leerlingen heel duidelijk hun spullen laten regelen, en geen uitzonderingen maken. Gewoon iedereen op de foto.
De leerlingen beginnen nu ook steeds meer aan ons te wennen, dit merk je omdat ze je steeds meer dingen gaan vragen. Heel erg leuk.
Dana vertrok even uit het lokaal met Lisa (ergens anders om), omdat Lisa een vriendinnetje is van Daphne en Lisa wou wat vertellen over haar. De school vermoed al een lange tijd dat het niet goed gaat met Daphne, ze eet erg slecht en ze mag van haar ouders niet naar een schoolarts. Dit terwijl ze zelf aangeeft dat ze dat wel wil.
Maar goed, wij waren dus even alleen met de klas en dan merk je gelijk dat ze onrustig worden of een beetje beginnen te klieren. Ik moest even doen of ik boos was op een jongen omdat hij niet wou luisteren en toen was het heel stil in het lokaal, zelfs zo stil dat ik er zelf een beetje van schrok.
De havo drie kreeg een nieuwe opdracht die ze niet leuk vonden, een flipover boekje maken. "Oh nee, dan moet je duizenden tekeningen maken" Maar toen we wat voorbeelden lieten zien door middel van een filmpje, waren ze wel heel erg enthousiast. Ik heb naar wat (beeldende) gedichten gezocht voor de CKV les.
Tijdens de CKV lessen heb ik in de mediatheek gewerkt en wou ik een aanvraag doen om volgende week een dag met 2R mee te lopen, helaas was de best man er niet. Dan maar mailen.
De 2R klas was super druk vandaag, waardoor er een hoop mensen van plaats moesten verhuizen, dit hielp. Een meisje mocht zelf het lokaal verlaten. Dana was even met haar aan het praten op de gang, de klas werd daar weer iets drukker door. Ik keek een jongen aan die heel druk aan het kletsen was, toen hij dat door had stopte hij. Even. Daarna ging hij gewoon door! Waarna ik hem daar nogal duidelijk op aansprak, de hele klas was muisstil. Ik wist ook nu niet dat dat zo een grote impact heeft op leerlingen, of praat ik soms te streng? Hij zij wel met een piepstemmetje: sorry mevrouw. Toen vond ik het ook weer goed.
Later ben ik nog even naar hem toegegaan, om uit te leggen dat ik niet (meer) boos op hem was. Maar dat het nogal onbeschoft was wat hij deed, dat vond hij zelf ook wel. Hij is wel een flink stuk opgeschoten met zijn tekening.
De klas erna is altijd wat stiller, er waren heel veel vragen hoe je dingen moest tekenen. Zo heb ik mijn thermoskan even te leen gegeven om na te kijken. Leuk om te zien hoe trots ze erna zijn als ze het hebben getekend, mijn thermoskan werd ook erg blij terug gegeven. Alsof de jongen een beetje trots was dat hij 'm mocht lenen.
Het laatste uur heb ik wat gekletst met leerlingen, ik merk uit de reacties dat ze dit erg leuk vinden. Ook vertellen ze jou dan dingen die ze hebben meegemaakt.
De leerlingen beginnen nu ook steeds meer aan ons te wennen, dit merk je omdat ze je steeds meer dingen gaan vragen. Heel erg leuk.
Dana vertrok even uit het lokaal met Lisa (ergens anders om), omdat Lisa een vriendinnetje is van Daphne en Lisa wou wat vertellen over haar. De school vermoed al een lange tijd dat het niet goed gaat met Daphne, ze eet erg slecht en ze mag van haar ouders niet naar een schoolarts. Dit terwijl ze zelf aangeeft dat ze dat wel wil.
Maar goed, wij waren dus even alleen met de klas en dan merk je gelijk dat ze onrustig worden of een beetje beginnen te klieren. Ik moest even doen of ik boos was op een jongen omdat hij niet wou luisteren en toen was het heel stil in het lokaal, zelfs zo stil dat ik er zelf een beetje van schrok.
De havo drie kreeg een nieuwe opdracht die ze niet leuk vonden, een flipover boekje maken. "Oh nee, dan moet je duizenden tekeningen maken" Maar toen we wat voorbeelden lieten zien door middel van een filmpje, waren ze wel heel erg enthousiast. Ik heb naar wat (beeldende) gedichten gezocht voor de CKV les.
Tijdens de CKV lessen heb ik in de mediatheek gewerkt en wou ik een aanvraag doen om volgende week een dag met 2R mee te lopen, helaas was de best man er niet. Dan maar mailen.
De 2R klas was super druk vandaag, waardoor er een hoop mensen van plaats moesten verhuizen, dit hielp. Een meisje mocht zelf het lokaal verlaten. Dana was even met haar aan het praten op de gang, de klas werd daar weer iets drukker door. Ik keek een jongen aan die heel druk aan het kletsen was, toen hij dat door had stopte hij. Even. Daarna ging hij gewoon door! Waarna ik hem daar nogal duidelijk op aansprak, de hele klas was muisstil. Ik wist ook nu niet dat dat zo een grote impact heeft op leerlingen, of praat ik soms te streng? Hij zij wel met een piepstemmetje: sorry mevrouw. Toen vond ik het ook weer goed.
Later ben ik nog even naar hem toegegaan, om uit te leggen dat ik niet (meer) boos op hem was. Maar dat het nogal onbeschoft was wat hij deed, dat vond hij zelf ook wel. Hij is wel een flink stuk opgeschoten met zijn tekening.
De klas erna is altijd wat stiller, er waren heel veel vragen hoe je dingen moest tekenen. Zo heb ik mijn thermoskan even te leen gegeven om na te kijken. Leuk om te zien hoe trots ze erna zijn als ze het hebben getekend, mijn thermoskan werd ook erg blij terug gegeven. Alsof de jongen een beetje trots was dat hij 'm mocht lenen.
Het laatste uur heb ik wat gekletst met leerlingen, ik merk uit de reacties dat ze dit erg leuk vinden. Ook vertellen ze jou dan dingen die ze hebben meegemaakt.
vrijdag 26 november 2010
Kleine stoel
Er staat een luciferdoosje onder omdat hij nog niet helemaal goed staat, er moet nog een stukje van de "achterpoot"af. Ik ga nog wat experimenteren, maar het kan natuurlijk zijn dat dit ontwerp in het groot uitgevoerd gaat worden.
donderdag 25 november 2010
Takje schilderen
180 x 110 |
woensdag 24 november 2010
Naaktmodel 2
Deze les hadden we weer een naaktmodel, dit maal een iets vollere dame. Ik vind dat zelf iets leuker. Ik vind het staande geschilderd model mooier.. De andere kreeg ik er niet helemaal fijn op, dit kwam ook omdat ze niet helemaal hetzelfde zit. Dat zijn dingen die erg goed terug te zien zijn, misschien werk ik m nog bij, er klopt nu namelijk niets van. Qua kleur ben ik wat meer aan het experimenteren, de vorige keer had ik veel kleur wat ik erg storend vond. Deze kleuren maken het totaal plaatje wat rustiger. Ik kijk weer uit naar de volgende les, jawel weer een naakt.
maandag 22 november 2010
Stagedag 3
De les handvaardigheid voor de Lwoo duurde nog maar heel even, dit kwam omdat we nog wat mis communicaties waren ontstaan tijdens de heenweg. Gelukkig is het bij deze les geen probleem, aangezien er twee docenten aanwezig zijn in het lokaal.
Vervolgens moesten we naar de andere lokatie om het vak der tekenen te gaan voorschotelen aan de kinderen. We hadden de week ervoor aan Dana gevraagd of we misschien uit mochten leggen hoe de kinderen een gezicht moeten tekenen. Ons min of meer eerste lesje. Ik tekende op het bord en om de beurt vertelden we wat de kinderen moesten doen. Ook was het de bedoeling dat ze mee tekenden op een a4-tje, dit ging opzich aardig. Sommigen waren iets te snel met de stappen, je zag dan gelijk dat het niet goed ging. Natuurlijk is dat onze fout, maar je weet hierdoor wel wat je de volgende keer moet doen. Er werd regelmatig gevraagd of ze het goed deden, al wapperend met hun blaadje omhoog, ook niet zo handig.
Hier nog een citaat van Dana:
Zoals jullie gemerkt hebben, hadden jullie de aandacht van de groep. Ze waren erg rustig en geïnteresseerd. Jullie verhaal over het tekenen van een gezicht was duidelijk, aan het eind van de les had iedereen een gezicht staan. Wanneer je nu de gemaakte tekeningen doorkijkt, zul je zien dat bij veel tekeningen de verdeling van het hoofd niet helemaal goed is. Dit kun je ondervangen door tijdens de les rond te lopen en te controleren of dat wat je zegt, ook goed overgekomen is. Misschien heb je tijdens de les zelf wel gemerkt dat lln de hele tijd goedkeuring vroegen. Ze hielden soms letterlijk hun tekening omhoog om te vragen of ze het wel goed deden. Leerlingen, vooral lwoo, hebben behoefte aan goedkeuring. Pas wanneer jij zegt dat ze het goed gedaan hebben, durven ze met een gerust hart verder te gaan. Ondanks dat ze deze les al vaker gehad hebben, vinden ze het eng en vreemd om bv. ogen op de helft van het hoofd te tekenen.
Wanneer je een voorbeeld gebruikt (heel goed), zorg er dan wel voor dat dat voorbeeld klopt met je verhaal. Er werd verteld dat ogen op de helft zitten, terwijl het voorbeeld laat zien dat het ongeveer 1/3 is. Bij leerlingen heb ik ook tekeningen gezien waarbij ogen op 1/3 zitten. Door rond te lopen zou je dit soort foutjes eruit kunnen halen.
Nu lijkt het net of het afgelopen maandag heel slecht was. Het tegendeel is waar. Omdat jullie het zo goed deden, en leerlingen de les prettig vonden, ga ik een stapje verder en ga ik letten op de inhoud en de kleinere dingen. Graag laat ik jullie vaker een les geven, de leerlingen zullen het waarderen. Geef maar aan wat je wilt.
Nou dat klinkt best leuk, op het moment ben ik ook aan het denken wat ik de leerlingen (ook de andere klassen) voor een lesje kan geven.
Toen weer vliegensvlug naar de volgende lokatie, best zonde het gaat allemaal van je pauze af. Gelukkig konden we nog eventjes kletsen met Yvette en Astrid. De klas die we nu hebben is een havo3 een lekker rustige klas, dat is wel even fijn. Ze moesten verder met de opdracht(kerstkaart maken met snippers) en eigenlijk hoef je deze leerlingen niet echt te begeleiden of te helpen. Je doet dus eigenlijk niet zo heel veel tijdens deze les, wel heeft dit als voordeel dat je wat kun nakijken of wat aantekeningen kan maken. Ook gaat de radio aan, dat vind ik zelf ook wel prettig tijdens de les.
Hierna stormde de welbekende 2R het lokaal weer in. Aïda en ik hadden besloten om een klassen indeling te gaan maken, daarom hebben we alle foto's van de leerlingen uitgeknipt en zijn toen gaan kijken waar iedereen het beste kan gaan zitten. Dit viel nog niet mee, al met al is het een flink gepuzzel, maar uiteindelijk hebben we er iets van gemaakt. Hopelijk gaat het dan beter met deze klas.
Bij CKV heb ik met een leerling gepraat over mijn vorige opleidingen, deze jongen wil namelijk misschien in het grafische vak gaan doen of iets met games. Met beide heb ik te maken gehad. Ik heb hem geadviseerd om zeker eens te gaan kijken op de open dagen bij bijvoorbeeld onze school, maar ook te gaan kijken in Enschede op het Saxion, bij de opleiding kunst en techniek. Ik heb dit ook even gedaan, niets voor mij overigens, maar misschien wel heel leuk voor hem. Ik neem in ieder geval nog voorbeelden mee van ontwerpen die ik heb gemaakt als graficus.
De klas erna kon weer verder met de 'kamer opdracht', omdat deze klas vrij rustig is hoef je niet zo heel veel te doen. Wel zijn er een aantal vragen over hoe je dingen moet tekenen, dan is het erg leuk om leerlingen te helpen. Je ziet uiteindelijk snel resultaat. Zo heb ik een jongen geholpen met het tekenen van een theepot, hij had echt werkelijk geen idee. Het zijn veelal kleine dingen. Dana had ook nog een duidelijke uitleg gegeven over het tekenen van perspectief, van bijvoorbeeld een dekbed overtrek. Ik heb hier veel van opgestoken, dit omdat ze een duidelijke heldere uitleg geeft. Zelf zo duidelijk dat er uiteindelijk geen vragen meer over zijn.
De laatste les heb ik gekeken hoe Dana les opening doet.
Danastaat bij de deur, groet de leerlingen, zo krijgt de leerling het idee/gevoel dat ze gast zijn bij de leraar en niet anders om. Als je als leraar te laat in het lokaal komt is dit effect veel minder sterk aanwezig, ook zal het dan meer moeite kosten om de leerlingen weer stil te krijgen. Je komt dan immers hun territorium binnen.
Vervolgens loopt ze naar voren, vraag alle leerlingen de tassen van tafel te halen en vertelt wat de leerlingen moeten gaan doen vandaag. Als er vragen zijn mogen die nu gelijk gesteld worden, ook wijst ze twee mensen aan om de tekeningen uit te delen, heel handig anders staat iedereen te dringen bij de bak en daarbij word het dan meestal een zooi in de bak.
De leerlingen moest eigenlijk langer blijven zitten omdat ze tijdens het opnoemen van de behaalde cijfers vrijwel geen moment stil waren. De tijd waarin ze niets hadden gedaan, moest maar na de les ingehaald worden. Dit was natuurlijk niet leuk voor ze en daarna ging iedereen ijverig aan het werk, waardoor ze uiteindelijk niet langer hoefden te blijven zitten. Maar mocht het de volgende les weer zo zijn dan uiteraard wel.
Vervolgens moesten we naar de andere lokatie om het vak der tekenen te gaan voorschotelen aan de kinderen. We hadden de week ervoor aan Dana gevraagd of we misschien uit mochten leggen hoe de kinderen een gezicht moeten tekenen. Ons min of meer eerste lesje. Ik tekende op het bord en om de beurt vertelden we wat de kinderen moesten doen. Ook was het de bedoeling dat ze mee tekenden op een a4-tje, dit ging opzich aardig. Sommigen waren iets te snel met de stappen, je zag dan gelijk dat het niet goed ging. Natuurlijk is dat onze fout, maar je weet hierdoor wel wat je de volgende keer moet doen. Er werd regelmatig gevraagd of ze het goed deden, al wapperend met hun blaadje omhoog, ook niet zo handig.
Hier nog een citaat van Dana:
Zoals jullie gemerkt hebben, hadden jullie de aandacht van de groep. Ze waren erg rustig en geïnteresseerd. Jullie verhaal over het tekenen van een gezicht was duidelijk, aan het eind van de les had iedereen een gezicht staan. Wanneer je nu de gemaakte tekeningen doorkijkt, zul je zien dat bij veel tekeningen de verdeling van het hoofd niet helemaal goed is. Dit kun je ondervangen door tijdens de les rond te lopen en te controleren of dat wat je zegt, ook goed overgekomen is. Misschien heb je tijdens de les zelf wel gemerkt dat lln de hele tijd goedkeuring vroegen. Ze hielden soms letterlijk hun tekening omhoog om te vragen of ze het wel goed deden. Leerlingen, vooral lwoo, hebben behoefte aan goedkeuring. Pas wanneer jij zegt dat ze het goed gedaan hebben, durven ze met een gerust hart verder te gaan. Ondanks dat ze deze les al vaker gehad hebben, vinden ze het eng en vreemd om bv. ogen op de helft van het hoofd te tekenen.
Wanneer je een voorbeeld gebruikt (heel goed), zorg er dan wel voor dat dat voorbeeld klopt met je verhaal. Er werd verteld dat ogen op de helft zitten, terwijl het voorbeeld laat zien dat het ongeveer 1/3 is. Bij leerlingen heb ik ook tekeningen gezien waarbij ogen op 1/3 zitten. Door rond te lopen zou je dit soort foutjes eruit kunnen halen.
Nu lijkt het net of het afgelopen maandag heel slecht was. Het tegendeel is waar. Omdat jullie het zo goed deden, en leerlingen de les prettig vonden, ga ik een stapje verder en ga ik letten op de inhoud en de kleinere dingen. Graag laat ik jullie vaker een les geven, de leerlingen zullen het waarderen. Geef maar aan wat je wilt.
Nou dat klinkt best leuk, op het moment ben ik ook aan het denken wat ik de leerlingen (ook de andere klassen) voor een lesje kan geven.
Toen weer vliegensvlug naar de volgende lokatie, best zonde het gaat allemaal van je pauze af. Gelukkig konden we nog eventjes kletsen met Yvette en Astrid. De klas die we nu hebben is een havo3 een lekker rustige klas, dat is wel even fijn. Ze moesten verder met de opdracht(kerstkaart maken met snippers) en eigenlijk hoef je deze leerlingen niet echt te begeleiden of te helpen. Je doet dus eigenlijk niet zo heel veel tijdens deze les, wel heeft dit als voordeel dat je wat kun nakijken of wat aantekeningen kan maken. Ook gaat de radio aan, dat vind ik zelf ook wel prettig tijdens de les.
Hierna stormde de welbekende 2R het lokaal weer in. Aïda en ik hadden besloten om een klassen indeling te gaan maken, daarom hebben we alle foto's van de leerlingen uitgeknipt en zijn toen gaan kijken waar iedereen het beste kan gaan zitten. Dit viel nog niet mee, al met al is het een flink gepuzzel, maar uiteindelijk hebben we er iets van gemaakt. Hopelijk gaat het dan beter met deze klas.
Bij CKV heb ik met een leerling gepraat over mijn vorige opleidingen, deze jongen wil namelijk misschien in het grafische vak gaan doen of iets met games. Met beide heb ik te maken gehad. Ik heb hem geadviseerd om zeker eens te gaan kijken op de open dagen bij bijvoorbeeld onze school, maar ook te gaan kijken in Enschede op het Saxion, bij de opleiding kunst en techniek. Ik heb dit ook even gedaan, niets voor mij overigens, maar misschien wel heel leuk voor hem. Ik neem in ieder geval nog voorbeelden mee van ontwerpen die ik heb gemaakt als graficus.
De klas erna kon weer verder met de 'kamer opdracht', omdat deze klas vrij rustig is hoef je niet zo heel veel te doen. Wel zijn er een aantal vragen over hoe je dingen moet tekenen, dan is het erg leuk om leerlingen te helpen. Je ziet uiteindelijk snel resultaat. Zo heb ik een jongen geholpen met het tekenen van een theepot, hij had echt werkelijk geen idee. Het zijn veelal kleine dingen. Dana had ook nog een duidelijke uitleg gegeven over het tekenen van perspectief, van bijvoorbeeld een dekbed overtrek. Ik heb hier veel van opgestoken, dit omdat ze een duidelijke heldere uitleg geeft. Zelf zo duidelijk dat er uiteindelijk geen vragen meer over zijn.
De laatste les heb ik gekeken hoe Dana les opening doet.
Danastaat bij de deur, groet de leerlingen, zo krijgt de leerling het idee/gevoel dat ze gast zijn bij de leraar en niet anders om. Als je als leraar te laat in het lokaal komt is dit effect veel minder sterk aanwezig, ook zal het dan meer moeite kosten om de leerlingen weer stil te krijgen. Je komt dan immers hun territorium binnen.
Vervolgens loopt ze naar voren, vraag alle leerlingen de tassen van tafel te halen en vertelt wat de leerlingen moeten gaan doen vandaag. Als er vragen zijn mogen die nu gelijk gesteld worden, ook wijst ze twee mensen aan om de tekeningen uit te delen, heel handig anders staat iedereen te dringen bij de bak en daarbij word het dan meestal een zooi in de bak.
De leerlingen moest eigenlijk langer blijven zitten omdat ze tijdens het opnoemen van de behaalde cijfers vrijwel geen moment stil waren. De tijd waarin ze niets hadden gedaan, moest maar na de les ingehaald worden. Dit was natuurlijk niet leuk voor ze en daarna ging iedereen ijverig aan het werk, waardoor ze uiteindelijk niet langer hoefden te blijven zitten. Maar mocht het de volgende les weer zo zijn dan uiteraard wel.
zaterdag 20 november 2010
Kindertekeningen analyse samenvatting
Beeldende ontwikkeling van kinderen
Kinderen leren door tekenen beter te kijken naar de wereld. Dit wordt al van jongs af aan gestimuleerd hierdoor. Naarmate kinderen ouder worden zullen ze meer gestimuleerd moeten worden om te blijven tekenen. Het kind merkt snel dat iets niet lukt of klopt. Details worden steeds belangrijker.
Ook ontstaat rond het negende levensjaar de zogenaamde horror faconie. Dit betekend dat het kind een bepaalde angst heeft om een wit stuk leeg te laten in de tekening. Alles wat ingekleurd kan worden, zal moeten worden ingekleurd. Jammer hierbij is de viltstift. Dit geeft een kind de kans om snel dingen vol te krassen. Zo blijven er weinig lagen en nuances over in de tekening en hoeft er geen aandacht meer te worden besteed aan bepaalde delen in een tekening.
Hoe ouder kinderen worden, en naarmate de wil om natuurgetrouw te tekenen, hoe moeilijker zij tekenen gaan ervaren en hoe minder lol eraan vastzit. Hierdoor falen veel kinderen, omdat ze zich gaan vergelijken met anderen. Wanneer ze op school de opdracht krijgen van hun kunstje af te wijken en iets anders te doen verdwijnt de lol ook enigszins. Hier is het aan de docent om ervoor te zorgen dat het kind gestimuleerd blijft. In het vierde levensjaar van het kind kloppen verhoudingen dan ook niet aan een tekening.
Een kind begint met beelden net voor het 1 jaar wordt. Dit ligt voor elk kind natuurlijk anders.
Waarom tekenen kinderen?
Waarom tekenen kinderen?
· Motoriek
· Fantasie
· Expressie
· Verwerking emoties
· Omgang met technieken
Alle kinderen vinden het leuk om te tekenen. Geef een kind een potloot en het gaat tekenen. Dit komt omdat een kind zich verwonderd dat het potlood kleur achterlaat op het papier. Sommige kinderen blijven het leuk vinden om te tekenen anderen beginnen af te haken.
Je moet weten wat er in een kind om gaat om een kind te motiveren om te blijven tekenen. Dat is ook een van de taken voor mij als leraar. Als een kind iets goed kan tekenen mag je het in het begin complimenteren maar langzamerhand begint het een trucje te worden. En dan moet je het kind motiveren om verder te gaan.
Je moet weten wat er in een kind om gaat om een kind te motiveren om te blijven tekenen. Dat is ook een van de taken voor mij als leraar. Als een kind iets goed kan tekenen mag je het in het begin complimenteren maar langzamerhand begint het een trucje te worden. En dan moet je het kind motiveren om verder te gaan.
Alsvorens je een kind laat tekenen heb je wel een paar voorwaarden:
· Het kind moet kunnen zitten.
· Het kind moet een potlood kunnen vasthouden.
· Kinderen verbazen zich dat ze een spoor achter laten op het papier.
· Kinderen beschikken over een grove motoriek, ze tekenen met het hele lichaam.
· Kinderen krijgen in de gaten dat het spoor een lijn wordt door alleen met het bovenlichaam te bewegen. Je krijgt een soort ruitenwisser effect.
Het kind leert rond deze tijd ook lopen, dus leert het motoriek steeds beter onder controle te krijgen. Ook leert het kind nu beter waar te nemen. Bij je geboorte neem je alleen licht en donker waar. Je ontwikkeld je kijken met je leeftijd.
Krabbelperiode (t/m 4 jaar)
Na het heen en weer bewegen gaat het over tot rondjes draaien, met een open eind, zonder afsluiting. Na dit begint het kind verder met ontwikkelen en begint de eindpunten met elkaar te verbinden.
· Ze beginnen met een coderende werkelijkheid. Tekens worden omgezet in voorstellingen)
· Kinderen gaan tekens benoemen die ze hebben getekend. Het tekenen en herkennen wordt aan elkaar gekoppeld. Het kind maakt zijn eigen werkelijkheid.
· Het kind begint met koppoters tekenen, een tekening met een universele vorm. Het zijn figuren met armen als stokken of bezems. De ogen zijn grote stippen of punten.
Gecodeerde werkelijkheid (4 t/m 9 jaar)
Kinderen gaan spontaan tekenen, ze zijn zeer creatief en de tekeningen zijn gecodeerd.
Kinderen maken afspraken, ze vertellen wat ze aan tekenen zijn en hoe dit eruit gaat zien. En niet zoals het er hoort uit te zien.
Bijvoorbeeld ramen met een kruis in het midden, een schoorsteen ‘scheef’ op een dak plaatsen.
Er zijn twee verschilldende benaderingen:
Het ene kind ontwikkeld zich meer dan het andere kind.
· Fysioplasme: schouwers (jagers) zij tekenen meer de omtrekslijn.
· Ideoplasme: bouwers (landbouwers) bezig met de opbouw
In de loop van de tijd ontwikkelen zich langzaam herkenbare voorstellingen. Deze voorstellingen zijn vaak mensen, kopvoeters, huizen bomen, wolken, bloemen, dieren en de zon.
Idiografische kenmerken
Ideografische kenmerken komen voort uit het ‘wat’. Andere eigenschappen uit zulke tekeningen zijn chaotische plaatsen voor bepaalde voorwerpen. Deze staan los van elkaar verdeeld over het witte vlak. Er komt langzaam een ordening op gang. Kinderen maken nog geen gebruik van overlapping maar van losstaande voorwerpen, dit heet de juxtapositie. Ook ordenen ze alles op de onderkant van het vel papier, de grondlijn. Pas rond het achtste levensjaar gaan kinderen figuren afsnijden en laten overlappen.
Kubistische tekeningen
Tekeningen van kinderen worden kubistisch. Bij mensen wordt bijvoorbeeld de geziene kant van het lichaam uitvergroot getekend. De tekeningen worden anprofile en anface getekend, vaak door elkaar. Zo kan het hoofd van voren worden getekend, en het lichaam van de zijkant, of andersom. Het kind gebruikt die manieren van tekenen door elkaar om het belangrijkste te laten zien. Het door elkaar halen van aanzichten zie je ook terug in landschappen. Het landschap je zie je van boven maar de bomen van voren, dit wordt ook wel rabattament (omklapping) genoemd. Wegen zie je van bovenaf maar de mensen erop zie je van voren. Doorzichtigheid zie je ook veel bij huizen, kinderen teken bijvoorbeeld de voorkant van het huis met enkele lijnen, maar je kan de kamers van het huis ook zien, zo kan je bijvoorbeeld de binnenkant van de woonkamer of de keuken kijken.
Tekeningen van kinderen worden kubistisch. Bij mensen wordt bijvoorbeeld de geziene kant van het lichaam uitvergroot getekend. De tekeningen worden anprofile en anface getekend, vaak door elkaar. Zo kan het hoofd van voren worden getekend, en het lichaam van de zijkant, of andersom. Het kind gebruikt die manieren van tekenen door elkaar om het belangrijkste te laten zien. Het door elkaar halen van aanzichten zie je ook terug in landschappen. Het landschap je zie je van boven maar de bomen van voren, dit wordt ook wel rabattament (omklapping) genoemd. Wegen zie je van bovenaf maar de mensen erop zie je van voren. Doorzichtigheid zie je ook veel bij huizen, kinderen teken bijvoorbeeld de voorkant van het huis met enkele lijnen, maar je kan de kamers van het huis ook zien, zo kan je bijvoorbeeld de binnenkant van de woonkamer of de keuken kijken.
Tekenkenmerken 9 t/m 12 jaar
Deze kenmerken herkennen wij in hun eerste jaar op het middelbaar onderwijs. In de levensfase van negen tot twaalf jaar ontstaan de eerste valkuilen. Hierin ontstaat de wens van het kind om waarheidsgetrouw te tekenen. Dit maakt het moeilijker om te tekenen en vereist een zeker talent en inzicht. Wanneer dit niet lukt is de lol er voor sommige kinderen snel af. De werkelijkheid wordt goed waargenomen maar kan nog niet natuurgetrouw op papier worden gezet. Het is dan aan een docent of ouder om het kind te blijven stimuleren te tekenen: als het niet lukt niet stoppen, maar door blijven gaan!
Het kind gaat vervolgens wel verder met tekenen maar herhaalt steeds het tekeningetje die ze al kennen en kunnen, ook wel schema tekenen.
Het schema tekenen houd in dat het kind steeds hetzelfde kunstje uitvoert, bijvoorbeeld een stripfiguur tekenen. Veel kinderen hebben een bepaalde vorm of tekening die ze goed kunnen tekenen. Dit kunstje herhalen ze vaak omdat ze dit goed kunnen en onder de knie hebben. Zo vallen meisjes snel terug op bloemetjes. De herhaling van een bepaald kunstje dat succes en positieve reacties oplevert bij de beschouwers. Jammer hiervan is dat de creativiteit niet verder wordt gestimuleerd op dat moment. Als docent kun je het beste dit kunstje doorbreken en ervoor zorgen dat het kind verder tekent en dus ook verder ontwikkeld. Belangrijke oorzaak dat kinderen stoppen met tekenen is omdat ze denken dat het niet mooi (genoeg) is. Het beeldende vermogen is belangrijker dan realistisch tekenen.
Kinderen leren door tekenen beter te kijken naar de wereld. Dit wordt al van jongs af aan gestimuleerd hierdoor. Naarmate kinderen ouder worden zullen ze meer gestimuleerd moeten worden om te blijven tekenen. Het kind merkt snel dat iets niet lukt of klopt. Details worden steeds belangrijker.
Ook ontstaat rond het negende levensjaar de zogenaamde horror faconie. Dit betekend dat het kind een bepaalde angst heeft om een wit stuk leeg te laten in de tekening. Alles wat ingekleurd kan worden, zal moeten worden ingekleurd. Jammer hierbij is de viltstift. Dit geeft een kind de kans om snel dingen vol te krassen. Zo blijven er weinig lagen en nuances over in de tekening en hoeft er geen aandacht meer te worden besteed aan bepaalde delen in een tekening.
Hoe ouder kinderen worden, en naarmate de wil om natuurgetrouw te tekenen, hoe moeilijker zij tekenen gaan ervaren en hoe minder lol eraan vastzit. Hierdoor falen veel kinderen, omdat ze zich gaan vergelijken met anderen. Wanneer ze op school de opdracht krijgen van hun kunstje af te wijken en iets anders te doen verdwijnt de lol ook enigszins. Hier is het aan de docent om ervoor te zorgen dat het kind gestimuleerd blijft. In het vierde levensjaar van het kind kloppen verhoudingen dan ook niet aan een tekening.
donderdag 18 november 2010
Steen
Ik had vorig jaar ook een hekel aan deze opdracht, dat heb ik dit jaar maar eens laten zien in mn tekening. Ehm... waar is ie eigenlijk? Dan kan ik een foto maken. Woops.
woensdag 17 november 2010
Blauw
We mochten geen blauw gebruiken tijdens de schilder les van Rinke. Natuurlijk krijg ik het voor elkaar om het vervolgens overal neer te draperen. De foto valt mee. Maar mijn klasgenoten hebben gelachen. Ik zat ook echt onder de (blauwe)verf. (klik voor uitvergroting even op de foto, wat zie ik er weer voorbeeldig uit)
Naaktmodel
Deze les moest er weer geschilderd worden, en wel ja een (naakt)model. Dit vind ik zelf helemaal geweldig. Maar eigenlijk was het de bedoeling dat je alleen zwart, wit en rood(magenta) mee nam naar de les. Ehm.. ik had natuurlijk alles in mijn tas gedouwd... Dus was ik volgens Rinke de eigenwijze student , wat hij volges mij ook wel weer leuk vond, die blauw(overal op mijn gezicht te vinden) in het werk gebruikte. Ik vind het zo mooi dat er eigenlijk zo veel kleuren in het menselijk lichaam te vinden zijn. Ik overdrijf wat. Zo had dit mooie meisje rooie haren, ik maakte ze fel(!) rood. Heerlijk.
Dit is mijn stijl, daar ben ik wel achter gekomen. Moet ik er van af of moet ik er mee door.
Dit is mijn stijl, daar ben ik wel achter gekomen. Moet ik er van af of moet ik er mee door.
dinsdag 16 november 2010
Stoeltje 2
Dit is het tweede ontwerp van mijn stoeltje. Ik heb het ontwerp aangepast omdat mijn vorige exemplaar nog al in elkaar donderde. De bedoeling van deze opdracht was dat je er 'smaak' aan moest geven, nee niet inwrijven met een limonade ofzo. Maar 'smaak' in de trand van je eigen smaak (<-voorbeeld), niet dat het behangetje mijn smaak is. (echt niet!) Anyway, ik had nog wat papier liggen en het leek mij leuk om te proberen hoe klassieke barokke printjes staan bij een heel strak gestileerd stoeltje. Voila, hier het resultaat.
Ik ga nog een model maken omdat ik nog niet tevreden ben met het resultaat. Misschien ontstaat er uiteindelijk wel een heel ander ding, een lamp ofzo.
maandag 15 november 2010
Stage dag 2
We begonnen deze morgen iets later, iets waar we allemaal erg blij mee waren aangezien het best een lange dag is en het toch best een stuk rijden is, dus vroeg je nest uit. Eenmaal Astrid en Yvette afgezet te hebben, reden Aïda en ik met een vette omweg(lastig die een richtings weggetjes) naar de school. In het lokaal waren de leerlingen al lekker aan de gang, sommigen nog met tekenen anderen waren al druk aan het zagen en schuren. Dana werd vergezeld door een andere lerares vandaag, natuurlijk erg gezellig, maar het word zo wel snel vol in de klas. Ik merkte dat ik het dan niet zo prettig vond om iets tegen de leerlingen te vertellen, vragen of iets op te dragen. Een leermoment misschien.
Het viel ons al snel op dat er een nieuwe leerling aanwezig was. Een verlegen meid met een ontzettende bos krullen, waar de heren in het gezelschap er van onder de indruk waren. Je merkte dat de heren wat drukker als normaal waren, ze probeerden (onbewust misschien) indruk te maken. De hormonen en testosteron vloog ons om de oren.
Goed, op naar de andere locatie. Het liep een beetje in de soep eigenlijk deze les, omdat de foto's van de leerlingen niet in orde waren. Deze zouden uitgeprint worden zodat de kinderen deze konden natekenen op linoleum. Dana nam hier de verantwoording voor, de leerlingen vonden het uiteraard niet erg. Maar dat betekend niet dat ze niets hoefden te gaan doen! Het nieuwe meisje, Roos, werd opgehaald door de conciërge, ze kreeg een rondleiding door de school en een kluisje toegewezen. Toen ze vertrokken was vertelde Dana de leerlingen om niet meer te lachen, dat dat erg rot is voor het nieuwe meisje. En dat ze zelf goed weten hoe het voelt hoe het is als een groep loopt te grinniken, dat is erg vervelend. De leerlingen begrepen dit en er werd even over gepraat.
Een aantal leerlingen hadden wel een foto en konden gaan teken, maar de omtrek van het gezicht valt al niet mee, waarop ik voorstelde aan Dana om de volgende week een lesje te geven over het tekenen van een gezicht. Dit mocht, leuk!
Deze klas eet altijd de laatste vijf minuten van de les, omdat ze hierna gym hebben. Vrijwel iedere leerling zie je eten behalve een meisje, dit was de vorige keer ook al zo. En kennelijk vaker. Het meisje werd ook na de les even apart gehouden om met haar te praten. Of ze wel goed at e.d. maar ze vertelde (natuurlijk!) dat ze dat wel deed. De school besteed veel aandacht aan het eten op school, hartstikke logisch met een lege maag kun je je minder goed concentreren en ben je snel moe en koud. Dit meisje zit ook altijd naast de verwarming, draait deze open terwijl het al best warm is in het lokaal. Het moeilijke eraan is dat de ouders (gescheiden) niet willen dat ze naar een schoolarts gaat en ontkennen dat ze slecht eet. Dan is het als docent moeilijk om er nog wat aan te doen. Dana wijst haar er wel op dat ze in de 5 minuten dat de andere leerlingen eten, zij dat ook moet doen en haar eten mee moet nemen.
En weer verkassen naar de andere locatie, snel een bak koffie naar binnen gieten en weer gaan! Gelukkig is dit een heerlijk rustige klas en was iedereen al vlot aan het werk. Aïda en ik maakten even een blaadje met onze foto's en een tekstje wie we zijn en wat we komen doen. Wel zo handen voor onze tijdelijke mede collega's. Ik was verbaasd dat toch veel leerlingen de opdracht in twee lessen af hadden gekregen, dat krijg je niet in iedere klas voor elkaar. Het opruimen ging ook vrij gemakkelijk, iedereen werkte mee en er lagen geen snippers op de grond toen de klas uit het lokaal vertrok. (bravo!)
Met de 2R was het gedaan met de rust... Wat een drukte en door die drukte hebben ze heel weinig gedaan. Dana maakte daarom aan het einde van de les een afspraak met de klas; dat ze de opdracht een keer zou uitleggen mits het rustig was, anders moesten ze het zelf maar uitzoeken. Met de consequentie dat er iedere week een opdracht gegeven zou worden die aan het einde van iedere les ingeleverd moet worden voor een cijfer.
Tijdens de CKVles heb ik voornamelijk aantekeningen gemaakt voor mijn verslag. En de reacties bekeken van de leerlingen op de getoonde filmpjes.
Hierna was er weer een rustige klas, met dezelfde opdracht als de 2R klas. Dit ging een stuk vlotter. Ze kwamen er zelf aan toe om de tekening wat verder in te vullen. De opdracht is namelijk een kamer tekenen met perspectief. De kamer heeft een raam en ze moeten dus ook buiten tekenen, daar is het verdwijn punt.
De klas hierna had ook dezelfde opdracht, hier ging het ook wat minder vlot, omdat het ook een drukkere klas is. Omdat ik bij de 2R had voorgesteld om een klassen indeling te maken, ging ik deze klas analyseren. Welke leerlingen zijn wat drukker en welke zijn rustig aan het werk. Erg grappig dat de leerlingen het ook doorhadden en er na vroegen.
Het viel ons al snel op dat er een nieuwe leerling aanwezig was. Een verlegen meid met een ontzettende bos krullen, waar de heren in het gezelschap er van onder de indruk waren. Je merkte dat de heren wat drukker als normaal waren, ze probeerden (onbewust misschien) indruk te maken. De hormonen en testosteron vloog ons om de oren.
Goed, op naar de andere locatie. Het liep een beetje in de soep eigenlijk deze les, omdat de foto's van de leerlingen niet in orde waren. Deze zouden uitgeprint worden zodat de kinderen deze konden natekenen op linoleum. Dana nam hier de verantwoording voor, de leerlingen vonden het uiteraard niet erg. Maar dat betekend niet dat ze niets hoefden te gaan doen! Het nieuwe meisje, Roos, werd opgehaald door de conciërge, ze kreeg een rondleiding door de school en een kluisje toegewezen. Toen ze vertrokken was vertelde Dana de leerlingen om niet meer te lachen, dat dat erg rot is voor het nieuwe meisje. En dat ze zelf goed weten hoe het voelt hoe het is als een groep loopt te grinniken, dat is erg vervelend. De leerlingen begrepen dit en er werd even over gepraat.
Een aantal leerlingen hadden wel een foto en konden gaan teken, maar de omtrek van het gezicht valt al niet mee, waarop ik voorstelde aan Dana om de volgende week een lesje te geven over het tekenen van een gezicht. Dit mocht, leuk!
Deze klas eet altijd de laatste vijf minuten van de les, omdat ze hierna gym hebben. Vrijwel iedere leerling zie je eten behalve een meisje, dit was de vorige keer ook al zo. En kennelijk vaker. Het meisje werd ook na de les even apart gehouden om met haar te praten. Of ze wel goed at e.d. maar ze vertelde (natuurlijk!) dat ze dat wel deed. De school besteed veel aandacht aan het eten op school, hartstikke logisch met een lege maag kun je je minder goed concentreren en ben je snel moe en koud. Dit meisje zit ook altijd naast de verwarming, draait deze open terwijl het al best warm is in het lokaal. Het moeilijke eraan is dat de ouders (gescheiden) niet willen dat ze naar een schoolarts gaat en ontkennen dat ze slecht eet. Dan is het als docent moeilijk om er nog wat aan te doen. Dana wijst haar er wel op dat ze in de 5 minuten dat de andere leerlingen eten, zij dat ook moet doen en haar eten mee moet nemen.
En weer verkassen naar de andere locatie, snel een bak koffie naar binnen gieten en weer gaan! Gelukkig is dit een heerlijk rustige klas en was iedereen al vlot aan het werk. Aïda en ik maakten even een blaadje met onze foto's en een tekstje wie we zijn en wat we komen doen. Wel zo handen voor onze tijdelijke mede collega's. Ik was verbaasd dat toch veel leerlingen de opdracht in twee lessen af hadden gekregen, dat krijg je niet in iedere klas voor elkaar. Het opruimen ging ook vrij gemakkelijk, iedereen werkte mee en er lagen geen snippers op de grond toen de klas uit het lokaal vertrok. (bravo!)
Met de 2R was het gedaan met de rust... Wat een drukte en door die drukte hebben ze heel weinig gedaan. Dana maakte daarom aan het einde van de les een afspraak met de klas; dat ze de opdracht een keer zou uitleggen mits het rustig was, anders moesten ze het zelf maar uitzoeken. Met de consequentie dat er iedere week een opdracht gegeven zou worden die aan het einde van iedere les ingeleverd moet worden voor een cijfer.
Tijdens de CKVles heb ik voornamelijk aantekeningen gemaakt voor mijn verslag. En de reacties bekeken van de leerlingen op de getoonde filmpjes.
Hierna was er weer een rustige klas, met dezelfde opdracht als de 2R klas. Dit ging een stuk vlotter. Ze kwamen er zelf aan toe om de tekening wat verder in te vullen. De opdracht is namelijk een kamer tekenen met perspectief. De kamer heeft een raam en ze moeten dus ook buiten tekenen, daar is het verdwijn punt.
De klas hierna had ook dezelfde opdracht, hier ging het ook wat minder vlot, omdat het ook een drukkere klas is. Omdat ik bij de 2R had voorgesteld om een klassen indeling te maken, ging ik deze klas analyseren. Welke leerlingen zijn wat drukker en welke zijn rustig aan het werk. Erg grappig dat de leerlingen het ook doorhadden en er na vroegen.
woensdag 10 november 2010
Theorie der Kunsten Natuur
Vandaag was het eerste lesje TDK, we kregen een lange uitleg met voorbeelden van verschillende kunstenaars. Ik heb Antony Gormley toegewezen gekregen samen met Maaike.
dinsdag 9 november 2010
Stage dag numero uno
Het zonnetje liet zich nog lang niet zien, toen ik de auto instapte om op weg te gaan naar Winterswijk. De auto vol meiden, hartstikke gezellig, waardoor we uiteraard een afslag misten. Aïda moest nog even wachten in Doetinchem. Maar uiteindelijk kwamen we aan bij de school, welliswaar iets te laat, maar dit gaf niet. Dit werd al verwacht omdat de trein richting Winterswijk nogal waardeloos is, hij rijd niet (op tijd).
Gelukkig waren we wel op tijd voordat de eerste les begon, Dana kwam ons al te gemoed lopen. Loop maar met mij mee, dan gaan we gelijk het lokaal in, vertelde ze ons. Daar zat een klein klas je al 'braaf' te wachten. We stelden ons voor aan de ongeveer 15 leerlingen LWOO(LeerWeg Ondersteunend Onderwijs). Deze konden daarna aan het werk, want ze wouden niets over het weekend vertellen aan ons of hadden niets meegemaakt. Wij bespraken met Dana een beetje hoe het er aan toe gaat op de school, Dana werd vaak onderbroken door leerlingen. Later vertelde ze dat dit komt omdat je deze leerlingen stapsgewijs alle dingen moet uitleggen. Een opdracht volledig opgeven roept vaak vraagtekens op bij de leerlingen. Ook vertelde ze ons wat de school allemaal doet voor deze leerlingen, ze hebben o.a. een eigen locatie, maar hier vertel ik later meer over.
Na twee uur verhuisden we naar een andere locatie, Jan Stienstraweg, ook hier hadden we dezelfde klas als de uren ervoor. Nu hadden ze alleen tekenen, maar Dana gebruikte de les even als mentor les. Zo werd de leerlingen gevraagd naar welke richting ze het liefst naartoe wilden, of ze ergens problemen hebben, werden de vragen van leerlingen beantwoord en ze kregen de cijfers terug van een so van vorige week. Ik merkte vooral op dat deze leerlingen een erg goede mentor hebben. Deze les vloog voorbij en nu hadden we een pauze, die wel heel erg kort is, omdat we weer naar een andere locatie moesten vertrekken.
Nu zaten we op locatie Zonnebrink, het grootste gebouw en de locatie waar de andere twee dames (Astrid en Yvette) ook stage lopen. Als eerste hadden we een havo 3, ook hier stelden we ons voor. Er waren geen vragen en de leerlingen gingen aan de slag met het maken van een kerstkaart uit zelf uitgescheurde snippers uit tijdschriften. De heren in het gezelschap gingen mokkend toch aan het werk, maar zelf de heren hadden na een lesuurtje een mooie achtergrond gecreëerd. Omdat het lekker rustig was werd de radio erbij aangezet. Het opruimen ging in deze klas ook zonder enige problemen (wat een brave leerlingen). Maar dat was snel verdwenen toen met veel herrie de 2R (havo) klas kwam binnen stormen. Deze klas is groter als de vorige klas en heel erg druk. Wij konden ons amper voorstellen, omdat er continu overheen werd geschreeuwd. Heel vervelend. Wel werd er door een paar jongentjes nog gevraagd hoe oud we waren, heel grappig dat ze erna begonnen te giechelen als kleine meisjes. Toch ook wel schattig pupers. De klas kreeg een so tekenen (iets wat ik nog nooit heb gehad!) maar ondanks dat werd er nogsteeds onderling gekakeld met elkaar. Aïda en ik overlegden een beetje met elkaar hoe we dat zouden aanpakken, moeilijk hoor welke beslissing je dan moet nemen. Opmerkelijk vond ik het wel dat een jongen uit zich zelf ergens apart ging zitten, omdat hij zijn vriendjes irritant vond. Wel een heel goed eigen initiatief. De radio ging natuurlijk, in grote telleurstelling van de klas, niet aan. Maar beter ook, want het was mij al veel te druk in de klas.
Nu hadden we wel een hele pauze, we hoefden niet te verkassen deze keer. In de pauze kwamen we Astrid en Yvette tegen en werd er onderling, onder genot van een heerlijk warme soep (applaus voor de Driemark!), van alles uitgewisseld. Hoe het was natuurlijk, welke klassen we hadden gehad, wat we er van vonden en ga zo maar door. Nog snel een appeltje naar binnen proppen (jawel vitamientjes!) en door naar het volgende lokaal. Een trap omhoog, langs de mediatheek en dan... sta je op een zoldertje. Wat een grappig lokaaltje zeg. Hier hadden we H4C, geen tekenen of handvaardigheid dit maal, maar een CKV les. Het ging over de stad, met een beetje Arnhem (ook omdat ze hier een excursie naartoe hebben gehad voor CKV) als voorbeeld. Of je het verkeer er positief of negatief vind, of de winkels, de kunst enz. Uiteindelijk werd het klassikaal besproken en zag je wat iedereen had geantwoord. De leerlingen konden dan invullen of de klas er positief of negatief tegenvoer stond, daar rolden natuurlijk discussies uit. Onder tussen keken wij in wat verslagen die Dana, had nagekeken, van het uitje in Arnhem. Erg leuk om te lezen wat de leerlingen er van vonden. Met Dana hadden we het er nog over wat we ongeveer wilden gaan doen, van haar was van alles mogelijk en we mochten van alles voorstellen.
Omdat Astrid en Yvette al klaar waren mochten wij nu ook eerder naar huis, en om eerlijk te zijn vond ik dat helemaal niet erg. Ik had de knollen al aardig op, best vermoeiend weer de eerste stage dag.
Gelukkig waren we wel op tijd voordat de eerste les begon, Dana kwam ons al te gemoed lopen. Loop maar met mij mee, dan gaan we gelijk het lokaal in, vertelde ze ons. Daar zat een klein klas je al 'braaf' te wachten. We stelden ons voor aan de ongeveer 15 leerlingen LWOO(LeerWeg Ondersteunend Onderwijs). Deze konden daarna aan het werk, want ze wouden niets over het weekend vertellen aan ons of hadden niets meegemaakt. Wij bespraken met Dana een beetje hoe het er aan toe gaat op de school, Dana werd vaak onderbroken door leerlingen. Later vertelde ze dat dit komt omdat je deze leerlingen stapsgewijs alle dingen moet uitleggen. Een opdracht volledig opgeven roept vaak vraagtekens op bij de leerlingen. Ook vertelde ze ons wat de school allemaal doet voor deze leerlingen, ze hebben o.a. een eigen locatie, maar hier vertel ik later meer over.
Na twee uur verhuisden we naar een andere locatie, Jan Stienstraweg, ook hier hadden we dezelfde klas als de uren ervoor. Nu hadden ze alleen tekenen, maar Dana gebruikte de les even als mentor les. Zo werd de leerlingen gevraagd naar welke richting ze het liefst naartoe wilden, of ze ergens problemen hebben, werden de vragen van leerlingen beantwoord en ze kregen de cijfers terug van een so van vorige week. Ik merkte vooral op dat deze leerlingen een erg goede mentor hebben. Deze les vloog voorbij en nu hadden we een pauze, die wel heel erg kort is, omdat we weer naar een andere locatie moesten vertrekken.
Nu zaten we op locatie Zonnebrink, het grootste gebouw en de locatie waar de andere twee dames (Astrid en Yvette) ook stage lopen. Als eerste hadden we een havo 3, ook hier stelden we ons voor. Er waren geen vragen en de leerlingen gingen aan de slag met het maken van een kerstkaart uit zelf uitgescheurde snippers uit tijdschriften. De heren in het gezelschap gingen mokkend toch aan het werk, maar zelf de heren hadden na een lesuurtje een mooie achtergrond gecreëerd. Omdat het lekker rustig was werd de radio erbij aangezet. Het opruimen ging in deze klas ook zonder enige problemen (wat een brave leerlingen). Maar dat was snel verdwenen toen met veel herrie de 2R (havo) klas kwam binnen stormen. Deze klas is groter als de vorige klas en heel erg druk. Wij konden ons amper voorstellen, omdat er continu overheen werd geschreeuwd. Heel vervelend. Wel werd er door een paar jongentjes nog gevraagd hoe oud we waren, heel grappig dat ze erna begonnen te giechelen als kleine meisjes. Toch ook wel schattig pupers. De klas kreeg een so tekenen (iets wat ik nog nooit heb gehad!) maar ondanks dat werd er nogsteeds onderling gekakeld met elkaar. Aïda en ik overlegden een beetje met elkaar hoe we dat zouden aanpakken, moeilijk hoor welke beslissing je dan moet nemen. Opmerkelijk vond ik het wel dat een jongen uit zich zelf ergens apart ging zitten, omdat hij zijn vriendjes irritant vond. Wel een heel goed eigen initiatief. De radio ging natuurlijk, in grote telleurstelling van de klas, niet aan. Maar beter ook, want het was mij al veel te druk in de klas.
Nu hadden we wel een hele pauze, we hoefden niet te verkassen deze keer. In de pauze kwamen we Astrid en Yvette tegen en werd er onderling, onder genot van een heerlijk warme soep (applaus voor de Driemark!), van alles uitgewisseld. Hoe het was natuurlijk, welke klassen we hadden gehad, wat we er van vonden en ga zo maar door. Nog snel een appeltje naar binnen proppen (jawel vitamientjes!) en door naar het volgende lokaal. Een trap omhoog, langs de mediatheek en dan... sta je op een zoldertje. Wat een grappig lokaaltje zeg. Hier hadden we H4C, geen tekenen of handvaardigheid dit maal, maar een CKV les. Het ging over de stad, met een beetje Arnhem (ook omdat ze hier een excursie naartoe hebben gehad voor CKV) als voorbeeld. Of je het verkeer er positief of negatief vind, of de winkels, de kunst enz. Uiteindelijk werd het klassikaal besproken en zag je wat iedereen had geantwoord. De leerlingen konden dan invullen of de klas er positief of negatief tegenvoer stond, daar rolden natuurlijk discussies uit. Onder tussen keken wij in wat verslagen die Dana, had nagekeken, van het uitje in Arnhem. Erg leuk om te lezen wat de leerlingen er van vonden. Met Dana hadden we het er nog over wat we ongeveer wilden gaan doen, van haar was van alles mogelijk en we mochten van alles voorstellen.
Omdat Astrid en Yvette al klaar waren mochten wij nu ook eerder naar huis, en om eerlijk te zijn vond ik dat helemaal niet erg. Ik had de knollen al aardig op, best vermoeiend weer de eerste stage dag.
zondag 7 november 2010
Competenties
De stage komt er aan een belangrijk onderdeel daarvan is er even bij stil staan waar je nu staat, dit kun je na aanleiding van de competenties het makkelijkst verdelen.
Een beschrijving van de SBL-competenties
Hieronder zijn de competenties met een beknopte toelichting beschreven.
1. Interpersoonlijk competent
De leraar vo en bve moet ervoor zorgen dat er in de groepen waarmee hij werkt, een prettig leef- en werkklimaat heerst.
Een leraar die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding. Zo’n leraar schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer en brengt een open communicatie tot stand.
Zo’n leraar bevordert de zelfstandigheid van de leerlingen/deelnemers en zoekt in zijn interactie met de leerlingen/deelnemers een goede balans tussen:
• leiden en begeleiden
• sturen en volgen
• confronteren en verzoenen
• corrigeren en stimuleren
2. Pedagogisch competent
De leraar vo en bve moet de leerlingen/deelnemers helpen een zelfstandig en verantwoordelijk persoon te worden die o.a. een goed beeld heeft van zijn ambities en mogelijkheden.
Een leraar vo en bve die pedagogisch competent is, biedt de leerlingen/deelnemers in een veilige leer- en werkomgeving houvast en structuur bij de keuzes die zij moeten maken en hij bevordert dat zij zich verder kunnen ontwikkelen. Zo’n leraar zorgt er voor dat de leerlingen/deelnemers:
• weten dat ze erbij horen, welkom zijn en gewaardeerd worden
• op een respectvolle manier met elkaar omgaan en uitgedaagd worden om verantwoordelijkheid voor elkaar te nemen
• initiatieven kunnen nemen en zelfstandig kunnen werken
• hun affiniteit en ambities leren ontdekken en op basis hiervan keuzes kunnen maken m.b.t. hun studie en loopbaan
3. Vakinhoudelijk en didactisch competent
De leraar vo en bve moet de leerlingen/deelnemers helpen zich de leerinhouden van een bepaald vak of beroep eigen te maken en vertrouwd te raken met de manier waarop die in het dagelijkse leven en in het werk gebruikt worden. Ook helpt hij de leerlingen/deelnemers zicht te krijgen op wat zij in de samenleving en in de wereld van het werken kunnen verwachten.
Een leraar die vakinhoudelijk en didactisch competent is, creëert een krachtige leeromgeving, o.a. door het leren in verband te brengen met realistische en voor de leerlingen/deelnemers relevante toepassingen van kennis in beroep en maatschappij
Zo’n leraar:
• stemt de leerinhouden en ook zijn doen en laten af op de leerlingen/deelnemers en houdt rekening met individuele verschillen
• bepaalt met de leerling diens (individuele) leertraject, met bijvoorbeeld mogelijkheden voor leren in en buiten school en leren in de context van de beroepsuitoefening
• motiveert de leerlingen/deelnemers voor hun leer- en werktaken, daagt hen uit om er het beste van te maken en helpt hen om ze met succes af te ronden
• leert de leerlingen/deelnemers leren en werken, ook van en met elkaar, om daarmee onder andere hun zelfstandigheid te bevorderen
4. Organisatorisch competent
De leraar vo en bve draagt zorg voor de organisatorische zaken die samenhangen met zijn onderwijs en het leerproces van de leerlingen/deelnemers in de school en op de werkplek
De leraar vo en bve die organisatorisch competent is, zorgt ervoor dat de leerlingen/deelnemers een ordelijke en taakgerichte omgeving treffen
Waar het leren zich op verschillende plaatsen afspeelt (bijvoorbeeld op verschillende plaatsen in de school, stages, leerbedrijf, buitenschoolse projecten) zorgt de leraar (eventueel in samenspraak met andere begeleiders) voor afstemming tussen de verschillende plaatsen.
Zo’n leraar zorgt er dus voor dat de leerlingen/deelnemers:
• weten waar ze aan toe zijn e welke ruimte ze hebben voor eigen initiatief
• weten wat ze moeten (of kunnen) doen, hoe en met welk doel ze dat moeten (of kunnen) doen.
5. Competent in samenwerken met collega’s
De leraar vo en bve moet ervoor zorgen dat zijn werk en dat van zijn collega’s in de school goed op elkaar zijn afgestemd. Hij moet ook bijdragen aan het goed functioneren van de schoolorganisatie.
Een leraar die competent is in het samenwerken met zijn collega’s, levert zijn bijdrage aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat op zijn school, aan goede onderlinge samenwerking en aan een goede schoolorganisatie.
Dat wil zeggen dat zo’n leraar:
• goed met collega’s communiceert en samenwerkt
• een constructieve bijdrage levert aan vergaderingen en andere vormen van schooloverleg en aan werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om de school goed te laten functioneren
• een bijdrage levert aan de ontwikkeling en verbetering van zijn school
6. Competent in samenwerken met de omgeving
De leraar vo en bve moet contact onderhouden met de ouders of verzorgers van de leerlingen/deelnemers en met collega’s van (leer)bedrijven en instellingen waar zijn school voor het onderwijs en de leerlingen-/deelnemerszorg mee samenwerkt. Hij moet er ook voor zorgen dat zijn professionele handelen en dat van anderen buiten de school goed op elkaar afgestemd zijn. Bovendien moet hij er aan meewerken dat de samenwerking van zijn school met die bedrijven en instellingen goed verloopt.
Zo’n leraar zorgt ervoor dat:
• er een goede communicatie en afstemming is met ouders of verzorgers van de leerlingen/deelnemers
• er – in overleg met de leerling – een goede communicatie en afstemming is tussen school, leerling en bedrijven of instellingen waar de leerling (in het kader van zijn opleiding) mee te maken heeft
• er een doeltreffend gebruik gemaakt wordt van het professionele netwerk van de school als het gaat om de opleiding van de leerling of de zorg voor de leerling
• hij de contacten namens de school op een verantwoorde en zorgvuldige wijze onderhoudt met de omgeving van de school
7. Competent in reflectie en professionele ontwikkeling
De leraar vo en bve moet zich voortdurend verder ontwikkelen en verder professionaliseren.
Een leraar die competent is in reflectie en ontwikkeling, denkt regelmatig na over zijn beroepsopvattingen en zijn professionele bekwaamheid. Zo’n leraar streeft ernaar zijn beroepsuitoefening bij de tijd te houden en te verbeteren.
Zo’n leraar:
• Weet goed wat hij belangrijk vindt in zijn leraarschap en van welke waarden normen en onderwijskundige opvattingen hij uitgaat
• Heeft een goed beeld van zijn eigen competenties, zijn sterke en zwakke kanten
• Werkt op een planmatige manier aan zijn verdere ontwikkeling
• Stemt zijn eigen ontwikkeling af op het beleid van zijn school en benut de kansen die de school biedt om zich verder te ontwikkelen
Lijst van gedrag voor beginnende studenten in de praktijk per competentie
1. Interpersoonlijk competent
• Contact met leerlingen: Heeft amper zicht op wat leerlingen bezighoudt. Mijdt lastige leerlingen en situaties. Leidt (en lijdt).
• Communicatie: Communiceert moeizaam en luistert niet goed. Is eigen en andermans emoties niet de baas.
2. Pedagogisch competent
• Leeromgeving: Het (niet) handelen in de klas bevordert geregeld eerder chaos dan orde. Laat gedrag vrijwel volledig leiden door het groepsgebeuren.
• Leerlingen: Heeft vooral ook voor ‘de klas’ en amper voor individuele leerlingen.
3. Vakdidactisch competent
• Vakkennis: Loopt geregeld op tegen tekort aan inhoudelijke kennis. Volgt de inhoudelijke lijn van het schoolboek. Beargumenteert inhoudelijke keuzes niet. Schakelt amper tussen abstract en concreet. Maakt het vak (nog) niet aantrekkelijk voor leerlingen, is (nog) niet bezig met de vraag naar relevantie.
• Leeractiviteiten: koppelt leeractiviteiten niet aan leerdoelen. Is weinig gericht op leeropbrengst. Gebruikt vrijwel alleen aanbiedende werkvormen.
• Differentiatie: Maakt amper onderscheid tussen leerlingen. Spijkert bij met standaardoefeningen.
• Evaluatie: Gebruikt toetsen en correctiemodellen van collega’s of het schoolboek.
4. Organisatorisch competent
• Leeromgeving: Geeft opdrachten zonder doelen en verwachtingen. Bereidt alleen eigen aandeel in de les voor. Heeft sporadisch overzicht tijdens de les.
• Planning: Onrealistisch en weinig flexibel in de planning. Organisatie-eenheid in de les.
5. Competent in het samenwerken met collega’s
• Delen en deelnemen: Heeft vrijwel alleen contact met spd. Loopt (observerend) mee in een team. Verkent het pedagogisch-didactisch klimaat.
• Grenzen: Ondergaat werkdruk zonder grenzen aan de geven.
6. Competent in het samenwerken met de omgeving
• Doelmatig contact: Schrikt terug voor contact met de omgeving. Levert als gesprekspartner nog nauwelijks constructieve bijdragen.
7. Competent in reflectie en onderzoek ten dienste van ontwikkeling
• Zelfbeeld: Heeft nog geen realistisch beeld van eigen sterke en zwakke kanten.
• Reflecteren: Reflecteert nog amper op het eigen handelen.
• Onderzoeken: Onderzoek met betrekking tot de beroepspraktijk is nog geen punt van overweging in het dagelijks handelen als docent.
Een beschrijving van de SBL-competenties
Hieronder zijn de competenties met een beknopte toelichting beschreven.
1. Interpersoonlijk competent
De leraar vo en bve moet ervoor zorgen dat er in de groepen waarmee hij werkt, een prettig leef- en werkklimaat heerst.
Een leraar die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding. Zo’n leraar schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer en brengt een open communicatie tot stand.
Zo’n leraar bevordert de zelfstandigheid van de leerlingen/deelnemers en zoekt in zijn interactie met de leerlingen/deelnemers een goede balans tussen:
• leiden en begeleiden
• sturen en volgen
• confronteren en verzoenen
• corrigeren en stimuleren
2. Pedagogisch competent
De leraar vo en bve moet de leerlingen/deelnemers helpen een zelfstandig en verantwoordelijk persoon te worden die o.a. een goed beeld heeft van zijn ambities en mogelijkheden.
Een leraar vo en bve die pedagogisch competent is, biedt de leerlingen/deelnemers in een veilige leer- en werkomgeving houvast en structuur bij de keuzes die zij moeten maken en hij bevordert dat zij zich verder kunnen ontwikkelen. Zo’n leraar zorgt er voor dat de leerlingen/deelnemers:
• weten dat ze erbij horen, welkom zijn en gewaardeerd worden
• op een respectvolle manier met elkaar omgaan en uitgedaagd worden om verantwoordelijkheid voor elkaar te nemen
• initiatieven kunnen nemen en zelfstandig kunnen werken
• hun affiniteit en ambities leren ontdekken en op basis hiervan keuzes kunnen maken m.b.t. hun studie en loopbaan
3. Vakinhoudelijk en didactisch competent
De leraar vo en bve moet de leerlingen/deelnemers helpen zich de leerinhouden van een bepaald vak of beroep eigen te maken en vertrouwd te raken met de manier waarop die in het dagelijkse leven en in het werk gebruikt worden. Ook helpt hij de leerlingen/deelnemers zicht te krijgen op wat zij in de samenleving en in de wereld van het werken kunnen verwachten.
Een leraar die vakinhoudelijk en didactisch competent is, creëert een krachtige leeromgeving, o.a. door het leren in verband te brengen met realistische en voor de leerlingen/deelnemers relevante toepassingen van kennis in beroep en maatschappij
Zo’n leraar:
• stemt de leerinhouden en ook zijn doen en laten af op de leerlingen/deelnemers en houdt rekening met individuele verschillen
• bepaalt met de leerling diens (individuele) leertraject, met bijvoorbeeld mogelijkheden voor leren in en buiten school en leren in de context van de beroepsuitoefening
• motiveert de leerlingen/deelnemers voor hun leer- en werktaken, daagt hen uit om er het beste van te maken en helpt hen om ze met succes af te ronden
• leert de leerlingen/deelnemers leren en werken, ook van en met elkaar, om daarmee onder andere hun zelfstandigheid te bevorderen
4. Organisatorisch competent
De leraar vo en bve draagt zorg voor de organisatorische zaken die samenhangen met zijn onderwijs en het leerproces van de leerlingen/deelnemers in de school en op de werkplek
De leraar vo en bve die organisatorisch competent is, zorgt ervoor dat de leerlingen/deelnemers een ordelijke en taakgerichte omgeving treffen
Waar het leren zich op verschillende plaatsen afspeelt (bijvoorbeeld op verschillende plaatsen in de school, stages, leerbedrijf, buitenschoolse projecten) zorgt de leraar (eventueel in samenspraak met andere begeleiders) voor afstemming tussen de verschillende plaatsen.
Zo’n leraar zorgt er dus voor dat de leerlingen/deelnemers:
• weten waar ze aan toe zijn e welke ruimte ze hebben voor eigen initiatief
• weten wat ze moeten (of kunnen) doen, hoe en met welk doel ze dat moeten (of kunnen) doen.
5. Competent in samenwerken met collega’s
De leraar vo en bve moet ervoor zorgen dat zijn werk en dat van zijn collega’s in de school goed op elkaar zijn afgestemd. Hij moet ook bijdragen aan het goed functioneren van de schoolorganisatie.
Een leraar die competent is in het samenwerken met zijn collega’s, levert zijn bijdrage aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat op zijn school, aan goede onderlinge samenwerking en aan een goede schoolorganisatie.
Dat wil zeggen dat zo’n leraar:
• goed met collega’s communiceert en samenwerkt
• een constructieve bijdrage levert aan vergaderingen en andere vormen van schooloverleg en aan werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om de school goed te laten functioneren
• een bijdrage levert aan de ontwikkeling en verbetering van zijn school
6. Competent in samenwerken met de omgeving
De leraar vo en bve moet contact onderhouden met de ouders of verzorgers van de leerlingen/deelnemers en met collega’s van (leer)bedrijven en instellingen waar zijn school voor het onderwijs en de leerlingen-/deelnemerszorg mee samenwerkt. Hij moet er ook voor zorgen dat zijn professionele handelen en dat van anderen buiten de school goed op elkaar afgestemd zijn. Bovendien moet hij er aan meewerken dat de samenwerking van zijn school met die bedrijven en instellingen goed verloopt.
Zo’n leraar zorgt ervoor dat:
• er een goede communicatie en afstemming is met ouders of verzorgers van de leerlingen/deelnemers
• er – in overleg met de leerling – een goede communicatie en afstemming is tussen school, leerling en bedrijven of instellingen waar de leerling (in het kader van zijn opleiding) mee te maken heeft
• er een doeltreffend gebruik gemaakt wordt van het professionele netwerk van de school als het gaat om de opleiding van de leerling of de zorg voor de leerling
• hij de contacten namens de school op een verantwoorde en zorgvuldige wijze onderhoudt met de omgeving van de school
7. Competent in reflectie en professionele ontwikkeling
De leraar vo en bve moet zich voortdurend verder ontwikkelen en verder professionaliseren.
Een leraar die competent is in reflectie en ontwikkeling, denkt regelmatig na over zijn beroepsopvattingen en zijn professionele bekwaamheid. Zo’n leraar streeft ernaar zijn beroepsuitoefening bij de tijd te houden en te verbeteren.
Zo’n leraar:
• Weet goed wat hij belangrijk vindt in zijn leraarschap en van welke waarden normen en onderwijskundige opvattingen hij uitgaat
• Heeft een goed beeld van zijn eigen competenties, zijn sterke en zwakke kanten
• Werkt op een planmatige manier aan zijn verdere ontwikkeling
• Stemt zijn eigen ontwikkeling af op het beleid van zijn school en benut de kansen die de school biedt om zich verder te ontwikkelen
Lijst van gedrag voor beginnende studenten in de praktijk per competentie
1. Interpersoonlijk competent
• Contact met leerlingen: Heeft amper zicht op wat leerlingen bezighoudt. Mijdt lastige leerlingen en situaties. Leidt (en lijdt).
• Communicatie: Communiceert moeizaam en luistert niet goed. Is eigen en andermans emoties niet de baas.
2. Pedagogisch competent
• Leeromgeving: Het (niet) handelen in de klas bevordert geregeld eerder chaos dan orde. Laat gedrag vrijwel volledig leiden door het groepsgebeuren.
• Leerlingen: Heeft vooral ook voor ‘de klas’ en amper voor individuele leerlingen.
3. Vakdidactisch competent
• Vakkennis: Loopt geregeld op tegen tekort aan inhoudelijke kennis. Volgt de inhoudelijke lijn van het schoolboek. Beargumenteert inhoudelijke keuzes niet. Schakelt amper tussen abstract en concreet. Maakt het vak (nog) niet aantrekkelijk voor leerlingen, is (nog) niet bezig met de vraag naar relevantie.
• Leeractiviteiten: koppelt leeractiviteiten niet aan leerdoelen. Is weinig gericht op leeropbrengst. Gebruikt vrijwel alleen aanbiedende werkvormen.
• Differentiatie: Maakt amper onderscheid tussen leerlingen. Spijkert bij met standaardoefeningen.
• Evaluatie: Gebruikt toetsen en correctiemodellen van collega’s of het schoolboek.
4. Organisatorisch competent
• Leeromgeving: Geeft opdrachten zonder doelen en verwachtingen. Bereidt alleen eigen aandeel in de les voor. Heeft sporadisch overzicht tijdens de les.
• Planning: Onrealistisch en weinig flexibel in de planning. Organisatie-eenheid in de les.
5. Competent in het samenwerken met collega’s
• Delen en deelnemen: Heeft vrijwel alleen contact met spd. Loopt (observerend) mee in een team. Verkent het pedagogisch-didactisch klimaat.
• Grenzen: Ondergaat werkdruk zonder grenzen aan de geven.
6. Competent in het samenwerken met de omgeving
• Doelmatig contact: Schrikt terug voor contact met de omgeving. Levert als gesprekspartner nog nauwelijks constructieve bijdragen.
7. Competent in reflectie en onderzoek ten dienste van ontwikkeling
• Zelfbeeld: Heeft nog geen realistisch beeld van eigen sterke en zwakke kanten.
• Reflecteren: Reflecteert nog amper op het eigen handelen.
• Onderzoeken: Onderzoek met betrekking tot de beroepspraktijk is nog geen punt van overweging in het dagelijks handelen als docent.
vrijdag 5 november 2010
Steen
Neem een steen mee en teken deze in de maten extra small, small, medium, large en extra large. Of te wel allerlei groottes. Voila. En nee ik vond dit niet leuk. Marlies had wel tijdens de les een complete potlood op getekend. Bijzonder.
donderdag 4 november 2010
Stilleven
Een stilleven voor de les van Rinke, uit een kast vol frutsels mocht je wat kiezen. Ik heb dit zo bij elkaar gezet.
Ons eerste stilleven, moeilijk maar leuk. Lijkt niet, geeft niet.
Vond het onthoofde poppetje nog het meest zielig. Lag daar in de kreukels zonder hoofdje en kleertjes. Arm ding.
Ons eerste stilleven, moeilijk maar leuk. Lijkt niet, geeft niet.
Vond het onthoofde poppetje nog het meest zielig. Lag daar in de kreukels zonder hoofdje en kleertjes. Arm ding.
Abonneren op:
Posts (Atom)